19 MEI 1981 855 denkt te gaan geven en op welke manier u de lokale overheid méér dan nu het geval is dat zal niet zo moeilijk zijn zult gaan betrekken bij het beleid zoals dat ten aanzien van de politie wordt gevoerd. Ik wil ook enkele concrete vragen stellen op het terrein van de informatie, waarover ook de heer Crul al heeft gesproken. Een vrij belangwekkende zaak is bijvoorbeeld de terminalaansluiting van het bevolkingsregister op het politiebureau. Hier over is nogal wat correspondentie gevoerd met het ministerie van Binnenlandse Zaken, omdat dit een tamelijk complexe aangelegenheid is. U gaat met deze zaak vrolijk de wijken.in en legt de mensen de vraag voor of zij bezwaar tegen die aansluiting hebben, terwijl u formeel hiervoor helemaal geen toestemming hebt gekregen van Binnenlandse Zaken. Het feit dat over deze zaak wordt gediscussieerd kun je als raadslid alleen maar ontlenen aan de begroting van de afdeling burgerzaken, omdat daar in een bedrag van 3.000,is opgenomen inzake het innen van huur; op die manier kom je achter bepaalde dingen, wat ik een slechte zaak vind. Op één punt wil ik wat uitgebreider ingaan en dat betreft dan de mobiele-eenheid-inzetwaar over ik in het verleden al vaak heb gesproken in deze raad. Wanneer politiefunctionarissen in andere steden worden ingezet zullen minstens de betreffen de commissies of de raad dienen te worden geraad pleegd alvorens tot die inzet wordt overgegaan. Het is mij bekend dat u daarvoor formeel toestem ming dient te verlenen, maar het lokale draagvlak van de politie maakt het noodzakelijk dat de raad daarin wordt gekend. Ik weet dat bij een aantal corpsen ook concreet op die wijze wordt gewerkt. De motie die ik op dit punt wil indienen is u al bekend. Ik kan u nog meedelen dat de heer Van der Linden, de voorzitter van de Nederlandse Politie bond, heel nadrukkelijk heeft gezegd dat hij achter deze motie staat; zijn politiebond ziet deze motie zitten. Hij vindt ook dat u voor een veel te formele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 855