856 19 MEI 1981 opstelling kiest. Ik wil tenslotte nog enige aandacht wijden aan de vraag die de heer Crul in de richting van het C.D.A. heeft gesteld. Vanmorgen heb ik gele zen dat de heer Hennekam heeft verklaard dat de Tweede-Kamerfractie voor 100% achter het politie beleid van de burgemeester heeft gestaan, maar van de heer Faber, de politiedeskundige, heb ik begre pen dat over dit punt zelfs nog nooit in de fractie is gesproken, zodat er helemaal geen sprake is van een fractiestandpunt. Ik wilde dat voor de duide lijkheid even opmerken. De door de heer Garritsen c.s. ingediende motie heeft de volgende inhoud: "De raad van Breda in vergadering bijeen op 19 mei 1981, stelt vast dat: - de burgemeester en het college de raad en de bevolking dienen te informeren over het politiebeleid; - in het verleden leden van het Bredase politiecorps ingezet zijn bij acties bui ten de gemeentegrenzen; - de gemeenteraad en de betreffende commis sies op geen enkele wijze geïnformeerd werden over deze activiteiten van het Bredase politiecorps; besluit: de burgemeester op te dragen de raad of de commissies openbare orde en algemene zaken te raadplegen alvorens enige medewerking te ver lenen aan het inzetten van leden van de ge meentepolitie Breda buiten de gemeentegrenzen". De heer EISSENS: Nog niet zo lang geleden werd de politietaak in twee hoofdtaken verdeeld, namelijk een preventieve taak, het voorkomen van misdrijven en overtredingen, en een repressieve

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 856