19 MEI 1981
859
delen, en niet het landelijke of het regionale
C.D.A. Overigens kan ik tot mijn genoegen meedelen
vanmiddag de informatie te hebben ontvangen dat
partijvoorzitter Bukman duidelijk heeft verklaard
dat hetgeen in "C.D.A.-actueel" staat zeker niet
voor het C.D.A. landelijk geldt.
De heer GARRITSEN: Datgene wat de heer Henne-
kam gisteren in de forumdiscussie met de heer Wel-
schen heeft meegedeeld is dus onjuist?
De heer EISSENS: Wij praten hier nog altijd
als Bredase C.D.A.-fractie en ik kan geen verant
woording nemen voor uitspraken van de C.D.A. Tweede-
Kamerfractie. Overigens was datgene wat de heer
Hennekam zei wel leuk.
De heer TAKS: Het politiebeleid heeft tot
voor kort maar zelden in de gemeenteraad onder
werp van bespreking uitgemaakt. Nu doet zich de
uitzonderlijke situatie voor dat in twee opeenvol
gende vergaderingen van de raad over politiezaken
wordt gesproken. De vorige vergadering was geheel
gewijd aan een interpellatiedebat over het in een
bepaald geval gevoerd beleid, en thans ligt een
nota ter tafel over het beleid in zijn totaliteit.
Tot de vorige week heeft een fundamentele
gedachtenwisseling omtrent de positie die de poli
tie inneemt in een democratische samenleving nim
mer plaatsgevonden. Na het interpellatiedebat is
ook de behandeling van deze politienota een goede
gelegenheid om over de politie enkele opmerkingen
van meer principiële aard te maken. Wegens de
spreektijdbeperking zal ik dat zo beknopt mogelijk
doen.
De nota bevat hoofdzakelijk informatie over
de organisatie en de werkwijze van het Bredase
corps, maar toch bieden naar onze opvatting met
name de aanbiedingsbrief en hoofdstuk 2 voldoende
aanknopingspunten voor een theoretische beschou
wing en daarmee voor het uitzetten van de grote
lijnen voor het toekomstig beleid.