19 MEI 1981
861
individuele ontplooiing leidt tot strafbaar of ge
vaarlijk gedrag of tot ontoelaatbare hinder voor
anderen. Wij kiezen dus voor gematigdheid bij het
optreden van de politie, maar "gematigdheid" moet
dan worden verstaan in die zin dat de doeltreffend
heid daardoor niet wordt aangetast. Dat betekent
dat de politie uitsluitend optreedt ter voorkoming
van
De heer OOMEN: Dan had u onze motie wel kun
nen ondersteunen 2
De heer TAKS: De heer Oomen maakte ongetwij
feld een belangrijke interruptie, maar ik heb hem
niet verstaan.
De heer OOMEN: Dank voor de aandacht die u
mij geeft. Als ik u zo hoor meen ik dat u de vorige
week donderdag onze motie wel had kunnen ondersteu
nen.
De heer TAKS: Dat soort opmerkingen doen het
altijd aardig in een discussie, maar de heer Oomen
zal er zich toch wel van bewust zijn dat elke op
merking die ik zojuist heb gemaakt volledig in
overeenstemming is met hetgeen ik de vorige week
heb gezegd. Ik meen dat het bewijs daarvoor ook
gemakkelijk is te leveren, maar het zou te ver
voeren als ik dat zou gaan doen, gezien de spreek-
tijdbeperking. Bovendien vind ik het volstrekt on
juist om het debat van de vorige week nu te gaan
herhalen. De raad heeft een duidelijke uitspraak
gedaan door het aanvaarden van twee moties, één
van de C.D.A.-fractie en één van de V.V.D.-fractie,
waarmee instemming werd betuigd met het beleid van
de burgemeester. Die zaak is nu dus afgedaan en ik
heb er geen enkele behoefte aan de heer Oomen bij
zijn achterhoedegevechten behulpzaam te zijn.
Wij zijn van opvatting dat de politie uit
sluitend moet optreden ter voorkoming of opheffing
van onveiligheid, hinder of overlast. Dit betekent