19 MEI 1981
863
moeilijke positie waarin het bevoegd gezag daarbij
zou verkeren. Het mag inderdaad waar zijn dat, zo
als in de brief wordt opgemerkt, de maatschappij
zo gecompliceerd en vol tegenstrijdigheden en on
zekerheden is dat het bevoegd gezag moeite heeft
met de formulering van hetgeen als rechtsorde
wordt ervaren, tóch rust op het bevoegd gezag de
plicht de politie duidelijkheid te verschaffen
omtrent hetgeen van haar wordt verlangd. Wat in
Breda het gewenste niveau van orde en rust is
wordt niet bepaald door de politie of door indivi
duele politiefunctionarissen, maar door de burge
meester. Hij moet, eventueel via het driehoeks
overleg, zorgen voor duidelijke richtlijnen. Uit
de gang van zaken op 30 april blijkt dat het moge
lijk is door goede afspraken met alle betrokkenen
en door duidelijke instructies doeltreffend op te
treden als er grote belangen op het spel staan.
Datzelfde beleid zou ook mogelijk moeten zijn als
het gaat om de dagelijkse uitoefening van de poli
tietaak. De politieman die in zijn dagelijkse werk
de gecompliceerde, tegenstrijdige en onzekere ont
wikkelingen aan den lijve ervaart heeft er recht
op te weten wat het bestuur van hem verlangt. Ter
voorkoming van mogelijke misverstanden wil ik op
merken dat ik hiermee niet bedoel te zeggen dat
het optreden van de politie geen ruimte zou mogen
bieden aan maatschappelijke ontwikkelingen, maar
met name dat door het bevoegd gezag moet worden
bepaald of die ruimte wordt geboden en in welke
mate dat dient te gebeuren. In samenspraak met de
politie, die haar praktijkervaring inbrengt, en
met de gemeenteraad die als gemeentelijke volks
vertegenwoordiging de opvattingen van de burgerij
vertolkt, moet het mogelijk zijn dat een beleid
wordt geformuleerd dat in brede kring waardering
vindt.Wij hebben met instemming kennis genomen van
het voornemen om de raad in de toekomst door mid
del van beleidsnotities meer te betrekken bij het
bepalen van het politiebeleid.Het gezag over en het
beheer van de politie zijn bevoegdheden van de bur
gemeester, en