19 MEI 1981 865 leden van het Bredase politiecorps in vaak moei lijke omstandigheden hun taak verrichten. Mevrouw SAELMAN-BOELENDe nota inzake het politiebeleid heeft ons vanaf het begin van de be handeling nooit aanleiding gegeven om ons ongerust te maken. Wij zijn wél van mening - op dat punt zijn wij het eens met anderen dat er wat weinig concreet beleid in zit verpakt, reden waarom wij hopen dat er op deze nota nog een vervolg zal komen. Voor D'66 is eigenlijk het meest belangrijk dat de nota is geschreven, althans naar ons gevoel, vanuit een goede intentie en vanuit een gezond streven naar verbetering. Zoals dat ook geldt voor programma's van politieke partijen kan ook hier worden gezegd dat hetgeen is geschreven niet zo verschrikkelijk belangrijk is, maar dat het meer gaat om de vraag wié dat uitvoert. Voor wat dat betreft hebben wij ons vertrouwen gesteld in het gezonde verstand en de goede wil van de commissaris en zijn tweede man. De VOORZITTER: Mede gezien de tijd lijkt het mij verstandig dat ik probeer heel exact in te gaan op de vragen die zijn gesteld, zonder mij te ver meien in al te veel algemene beschouwingen, hoewel de nota daartoe wellicht wel aanleiding zou kunnen geven. Ik wil eerst de heer Crul antwoorden, zónder in herhaling te treden van hetgeen de vorige week is gezegd. Het lijkt mij verstandig dat wij ons nu richten op de politienota. Er moet worden erkend dat de totstandkoming ervan langdurig is geweest, maar het woord "moeizaam" vind ik in dit verband onjuist. Ik ben het ook niet eens met de opmerking van de heer Crul dat het zo moeilijk was om aller lei zaken in dit verband in te brengen. In de com missies openbare orde en algemene zaken is mijns inziens juist heel duidelijk en uitgebreid de ge legenheid geboden voor het plaatsen van allerlei opmerkingen. In dit verband wijs ik op hoofdstuk 2,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 865