19 MEI 1981 867 lei toonaarden gelezen en gehoord van de kant van het congres van de Nederlandse Politiebond dat geweld slechts in werkelijk uiterste noodzaak mag worden gebruikt. Vanzelfsprekend geldt dat ook voor het inzetten van de m.e. Ik wijs er nogmaals op dat de m.e. ook niet is ingezet in verband met de gebeurtenissen welke zich onlangs in Breda heb ben voorgedaan. Niet alleen wenst dat geen geweld wordt gebruikt, maar dat is ook de wens van het ge zag, zoals dat heet, en van de politie zelf. De kwestie van de invalideningang bij het politiebureau zal mijns inziens binnenkort kunnen worden opgelost. Ik heb daarover al enige medede lingen gedaan in de commissie algemene zaken. Voor wat betreft de privacy geeft de nota op bladzijde 61 een wens weer met betrekking tot de aansluiting van het bevolkingsregister. Ik moet u zeggen dat aan die aansluiting thans geen uitvoering kan worden gegeven, dit om twee redenen. In de eerste plaats zal die door het ministerie van Binnenlandse Zaken moeten worden goedgekeurd, en in de tweede plaats zal deze raad daarover een beslis sing moeten nemen. De heer Crul heeft voorts gesproken over de centralisatie van de politie en over het aanstellen van wijkagenten. Het beleid om de politie via wijk agenten dichter bij de burgers te brengen wordt voortgezet. Ik ben voornemens heel speciaal dat as pect als punt van beleid, dat in de nota ook duide lijk tot uitdrukking komt, afzonderlijk in behande ling te brengen. Het is trouwens überhaupt de be doeling, dit in antwoord op vragen van de heer Eissens, dat facetten uit de nota worden gelicht, zoals wij dat al enkele malen hebben gedaan, om die aan de orde te stellen. Bovendien wil ik in de richting van schier alle sprekers van vanavond de algemene opmerking maken dat wij voornemens zijn jaarlijks na te gaan hoe de voortgang van de uit voering van de nota verloopt, waarover wij dan zullen rapporteren. Daarbij zullen wij bezien welke nieuwe elementen in de organisatie of anders-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 867