884
19 MEI 1981
3. Indien de vorige vraag bevestigend wordt beant
woord, is dan de conclusie juist dat de over
legsituatie met de S.V.P.C.S. op deze wijze
niet hogelijk wordt gefrustreerd.
4. Zo ja, hoe denkt U de goede verhoudingen tussen
Uw college en het bestuur van de Julianaschool
in overleg te herstellen?
ANTWOORD
Ad 1.
Van de door U bedoelde publikaties hebben wij in
derdaad kennis genomen.
Ad 2.
Het eerste gedeelte van deze vraagstelling moet
(naar ons gevoelen) ontkennend worden beantwoord.
Over de prot. chr. kleuter- en lagere school Mar-
kendaalseweg 75 hebben wij met het bevoegd gezag
in de voorliggende jaren herhaalde malen overleg
gepleegd.
In deze gesprekken is door het bestuur zelf bij
verschillende gelegenheden een eventuele over
plaatsing van beide scholen aan de orde gesteld.
Daarna zijn er gezamenlijk met de overige besturen
voor het kleuter- en lager onderwijs, welke scho
len in de binnenstad exploiteren, een aantal ge
sprekken gevolgd over de te verwachten ontwikke
lingen voor de scholen in de binnenstad.
Vervolgens is nog op 11 februari j.l, met het be
stuur overleg gepleegd over het totale prot. chr.
basisonderwijs hier ter stede en inzonderheid over
de scholen aan de Markendaalseweg.
Deze laatste bespreking kwam tot stand mede naar
aanleiding van een eerder aan het bestuur toege
zonden rapport van de sociografische dienst inzake
de te verwachten ontwikkelingen in de leerlingen
aantallen bij het prot. chr. basisonderwijs tot de
jaren rond 1995.
De cijfers uit dat rapport werden daarbij getoetst