894
19 MEI 1981
11. bijlage nr. 190
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
DE UITVOERING VAN EEN DOOR DE RAAD OP 30 OKTO
BER 1980 AANGENOMEN MOTIE INZAKE EEN TE VOEREN
OVERLEG MET DE STICHTING BREBO EN DE WONING
BOUWVERENIGING ST. JOSEPH. (D)
De heer SCHURING: De onderhavige zaak is na
tuurlijk erg belangrijk, maar gezien de voorge
schiedenis, zowel in deze raad als in de commissie
openbare werken, kan ik er uiterst kort over zijn.
Het hele verhaal begint met een motie van 30 okto
ber 1980, die door de fracties van C.D.A. en
P.v.d.A. gezamenlijk werd ingediend. De kern van
die motie was een verzoek tot heropening van het
overleg, welk verzoek door u is gehonoreerd, het
geen blijkt uit de verslagen van een vijftal ge
sprekken in november en december 1980 tussen de
gemeente, St. Joseph, Brebo en Wilma, Ook is door
u gehonoreerd een verzoek van de C.D.A.-commissie
leden inzake overleg met de stadsadvocaat, welk
overleg op 19 maart heeft plaatsgevonden. De uit
gangspunten bij het honoreren van de motie zijn
door b. en w. neergelegd in een notitie. Zij komen
erop neer dat St. Joseph, Brebo, de architect, de
aannemer en de gemeente dienen te worden betrokken
bij het zoeken naar en het formuleren van een mo
gelijk alternatief. De gesprekken welke zijn ge
voerd en de dingen die u hebt voorgesteld worden
door uw gesprekspartners ervaren als "zinvol en
werkbaar"; zo staat het letterlijk onder punt VI.
U vermeldt voorts dat er thans nog modellen moeten
worden ontwikkeld. Aan die modellen wordt gewerkt
en twee ervan taxeert u als zeer bruikbaar. Mijn
conclusie kan dan ook zijn dat op een zeer voort
varende en doeltreffende wijze vorm is gegeven aan
het verlangen van de raad om te komen tot herope
ning van het overleg, waarmee ik u graag wil fe
liciteren.
De heer GARRITSEN: De raad is ten aanzien van