19 MEI 1981
895
de Brebo-kwestie eigenlijk steeds achter de gang
van zaken aan gehobbeld, waardoor hij er niet toe
in staat is geweest het beleid echt goed te con
troleren. Wij worden steeds geconfronteerd met vol
dongen feiten en besluiten die zijn genomen en die
vaak moeilijk kunnen worden teruggedraaid. De in
formatie die ons in dezen bereikt is zeer beperkt.
In feite hebben wij met betrekking tot deze zaak
veel te veel bevoegdheden uit handen gegeven. On
langs zijn wij nog akkoord gegaan, eerst als com
missie en later als raad, met een bepaalde zaak,
namelijk de zaak Elvago/Werim, waaromtrent niet
alle relevante informatie de raad bereikte. Die
zaak hebben wij verloren. Ook in het onderhavige
geval gaat het om een geding en het lijkt mij erg
belangrijk dat de raad als hoogste orgaan in de
gemeente zich over deze zaak kan buigen en die kan
beoordelen. Het is bekend dat er een onderzoek
door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruim
telijke Ordening is uitgevoerd, maar er is ook een
onderzoek verricht door de gemeente, waarvan het
resultaat uitsluitend vertrouwelijk ter inzage ligt
voor de leden van de commissie openbare werken.
Daardoor is slechts een beperkt aantal leden van
de fracties op de hoogte, wat moeilijk werkbaar is.
Overigens verkeer ik voor wat dat betreft uiter
aard in een voordelige positie. Ik ben van mening
dat de gehele raad er recht op heeft deze kwestie
te kunnen bekijken en te kunnen beoordelen. Ik wil
daarom een motie indienen waarin wordt verzocht
alle stukken die nu uitsluitend ter visie liggen
voor de leden van de commissie openbare werken, en
mogelijk ook andere stukken, ter visie te leggen
voor alle leden van de raad.
De door de heer Garritsen c.s. ingediende mo
tie heeft de volgende inhoud:
van
"De raad van Breda in vergadering bijeen op
dinsdag 19 mei '81, gehoord de discussie
over agendapunt 11 bijlage 190,