19 MEI 1981
897
de Brebo-zaak wordt hiermee ter kennis gebracht
aan de raad, maar daarnaast speelt nog een groot
aantal andere ontwikkelingen die wij nog steeds
kritisch aan het bekijken zijn en waarover de Par
tij van de Arbeid haar uiteindelijk oordeel nog
.moet geven. Wij willen dan ook aantekenen dat dat
gene wat nu voor ons ligt, hoezeer wij het daarmee
ook eens zijn, in feite los staat van ons totaal
oordeel over deze kwestie, aangezien die in de
toekomst nog vérgaande consequenties kan hebben.
Datgene waarom het in dezen gaat zal verder
moeten worden afgewerkt. De motie die door de heer
Garritsen is ingediend is door ons mede onderte
kend, maar wij moeten nog wel in de fractie be
spreken of wij ons daarin kunnen vinden.
De heer VAN ASSELDONK: In de commissie hebben
wij al gezegd dat de destijds ingediende motie
goed is uitgevoerd.
Alles is gedaan om mogelijke verliezen en
schade-r-aanspraken zo gering mogelijk te doen zijn.
In de commissie heb ik opgemerkt in het verslag
is dat niet zo duidelijk tot uitdrukking gebracht
dat er in de toekomst, met name in de Haagse Beem
den, geen nieuwe verliezers moeten worden gecre
ëerd.
Ik moet u vervolgens zeggen dat ook wij nog
niet in een hoera-stemming verkeren, want we zijn
er nog niet. De vorige week hebben in de krant wat
uitspraken van de wethouder gestaan, onder meer de
uitspraak "we flikkeren er maar wat graszaad in".
Toen wij bij de begrotingsbehandeling spraken over
het zogenaamde "schaamgroen" werd gezegd dat dat
niet in de nota had mogen staan. Overigens dwaal
ik nu wel wat af. Ik wijs erop dat in de wijk wat
probleempjes ontstaan. In het voorstel stelt u op
pagina 5 dat een wijziging van het bestemmingsplan
welhaast onontkoombaar zal zijn. Tegen deze wijzi
ging kunnen natuurlijk bezwaren worden ingebracht
en dan zijn we er bepaald nog niet. Uiteindelijk
heeft men daar woningen gekocht, uitgaande van een