898
19 MEI 1981
bepaald verwachtingspatroon. Als aan de situatie
aldaar wordt getornd, om welke reden dan ook, zou
het wel eens een lange weg kunnen gaan worden. Het
lijkt mij dan ook belangrijk dat ook in die rich
ting informatie wordt verstrekt.
De VOORZITTER: Het lijkt mij goed dat wij
thans pauzeren, in welke pauze wellicht ook de mo
tie van de heer Garritsen kan worden besproken.
De vergadering is geschorst.
PAUZE.
De VOORZITTER: De vergadering is heropend.
Wethouder VAN DUN: Ik kan het vrij kort maken
want er zijn niet veel opmerkingen naar voren ge
bracht.
Ik ben het met iedereen eens die zegt dat de
kwestie die vanavond aan de orde is los staat van
hetgeen wij de Brebo-affaire noemen, en daarover
praten wij nu dan ook niet. Het gaat nu om de uit
voering van een motie, welke uitvoering naar onze
mening naar behoren heeft plaatsgevonden. Wij heb
ben u daaromtrent informaties verstrekt, die u
voor kennisgeving kunt aannemen. De raad zal zelf
moeten bepalen of hij een en ander al of niet jui
chend wil beoordelen, wij zijn in elk geval van
oordeel dat de motie goed is uitgevoerd.
Ik meen dat ik alleen een vraag van de heer
Van Asseldonk behoef te beantwoorden. Uit de infor
matie blijkt dat het niet uitgesloten moet worden
geacht dat er een bestemmingsplanwijziging tot
stand moet komen. U weet dat wij in de gesprekken
met Wilma en St. Joseph/Brebo hebben gezegd dat
wij ertoe bereid zijn mee te werken aan een bestem
mingsplanwijzigingmits die voldoet aan verschil
lende randvoorwaarden die wij hebben gesteld; in
formatie daarover vindt men in de notities. De
heer Van Asseldonk meent dat er dan problemen kun
nen ontstaan, omdat tegen een wijziging bezwaren