902
19 MEI 1981
inventaris en maatregelen in het kader van brand
preventie, en een bedrag van 38.000,— méérkos-
ten verbouwing. Voor de eerste zaken zijn wel aan
vragen ingediend, waarop echter nooit een toezeg--
ging is gekomen; die zijn aangehouden. Het JAC
heeft toch, ondanks het feit dat de aanvragen niet
zijn gehonoreerd, de verbouwingen verricht en aan
schaffingen gepleegd. Wij vragen ons af of wij nu,
in 1981, terwijl een en ander in 1979 is gereali
seerd, achteraf met deze zaken moeten instemmen.
Wethouder PAULUSSEN: In het preadvies hebben
de heer Koertshuis en de andere raadsleden kunnen
lezen dat de eerste twee verzoeken van het JAC in
zake de inventaris en de brandpreventie op een ber-
paald moment in de raad aan de orde zijn geweest,
maar toen zijn aangehouden, omdat er nog moest
worden besloten over het subsidieverzoek. Op een
gegeven moment zou het subsidieverzoek door de
raad worden gehonoreerd, maar toen was bekend dat
er een derde subsidieverzoek onderweg wasreden
waarom het voorstel inzake honorering van het sub
sidieverzoek werd aangehouden. De hierop betrek
king hebbende stukken hebben indertijd ter visie
gelegen voor de commissie sociale zaken, zodat die
commissie wel op de hoogte was, maar het uiteinde
lijke voorstel heeft het college en de raad pas
laat bereikt.
Het JAC vond op een goed moment verbouwing
van het pand noodzakelijk, omdat men in het oude
pand niet goed gestalte kon geven aan de hulpver
lening. Toen duidelijk was geworden dat de gemeen
te geen subsidie kon verlenen is men via aanwen
ding van de eigen fondsen en met hulp van de huis
eigenaar aan de verbouwing begonnen. Het lag toen
ook niet op de weg van de gemeente om die verbou
wing tegen te houden. Bovendien werd ook gehandeld
in overeenstemming met de toen vigerende subsidie
voorwaarden. Het JAC kwam evenwel in moeilijkheden
toen de kosten in verband met de brandpreventie
hoger bleken uit te vallen dan was geraamd en er