19 MEI 1981 917 emotioneel gereageerd, met name op het punt van de beleidsnota. Ik vind dat wel enigszins begrijpe lijk, maar aan de andere kant ben ik van mening dat hij de situatie aan eigen schuld te wijten heeft. In het verleden hebben we over nota's nogal wat "gestoeid" en de datum van verschijning van deze beleidsnota ook nu heeft de wethouder op de vraag weer geen antwoord gegeven is al twee of drie keer verzet, waarbij de wethouder zelf steeds data heeft genoemd die zijn dienst of hij zelf niet bleek te kunnen halen. Deze gang van za ken betreur ik zeer en ik geloof niet dat het re delijk is ons in dezen een verwijt te maken. De wethouder is verder ingegaan op mijn op merking dat er links en rechts uit de flank iets wordt gedaan. Deze kwalificatie kan de wethouder mij mijns inziens niet kwalijk nemen zolang de raad zich politiek niet over de gemeenschapsaccom modaties en buurthuizen in Breda heeft uitgespro ken. Dat wij deze kwalificatie geven, lijkt mij redelijk. Op een groot deel van mijn vragen is de wet houder -misschien is dat wel heel praktisch niet ingegaan. Ik zal herhalen wat voor ons de es sentiële vraag is en ik zou daarop graag een be vestigend of ontkennend antwoord krijgen. Kan de wethouder garanderen dat het nu gevraagde krediet voldoende is om dit buurthuis te bouwen en te la ten functioneren? De heer DE BROUWER: Ik zal mij in tweede in stantie beperken tot twee hoofdpunten, ten eerste het herstel van het geschokte vertrouwen. De wet houder doet daar wat makkelijk over en zegt dat het bestuur van de accommodatie in Geeren-zuid heus wel zal inzien dat er geen geld is: waar niet is, verliest de koning zijn recht. Er is in dezen echter niets aangetoond. De wethouder zegt zelf: het gaat er maar om dat je een buurthuis/gemeen- schapshuis hebt, het doet er niet toe waar het precies staat en het zal dienst doen voor geheel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 917