932 19 MEI 1981 niet ambtelijke snelheid aan het beleidsplan wordt gewerkt, maar we hebben het hier nog steeds niet mogen bespreken, terwijl daarnaast alle be langrijke beslissingen incidenteel aan de raad wordt voorgelegd. Straks hebben we misschien een prachtige nota, die echter uitsluitend voornemens bevat die al zijn uitgevoerd. Wat moeten we dan nog? Wethouder VAN BANNING: De heer De Brouwer weet heel goed dat niet alleen dit college over het beleidsplan moet beslissen. De gang van zaken is nogal complex, maar het is de heer De Brouwer bekend dat eraan wordt gewerkt. Ik wijs er nogmaals op dat er nu eenmaal bepaalde ontwikkelingen zijn die we moeten volgen. Vandaar dat dit voorstel wordt gedaan en ik denk de heer De Brouwer eerlang nog wel met andere voorstellen zal worden gecon fronteerd zonder dat hij geheel tevreden is met het beleidsplan dat te zijner tijd zal worden aan geboden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten, onder aantekening dat mevrouw Saelman-Boelen en de heer De Brouwer geacht willen worden te hebben tegengestemd. 26. bijlage nr. 205. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOEMING VAN EEN BESTUURSLID VOOR HET BE STUUR VAN DE STICHTING STEDELIJK MUSEUM VOOR GESCHIEDENIS EN OUDHEIDKUNDE TE BREDA. (S) De VOORZITTER-benoemt tot leden van het stem bureau mevrouw Stutterheim-Edeling en de heren De Brouwer en Römkens. Uitgebracht worden 29 geldige stemmen, waar van 27 op mevrouw W. Schaafsma-Hennink en 2 op mevrouw P.M. Phaff-Nepveuwaarmee mevrouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 932