938 19 MEI 1981 besproken en, vooruitlopend op het desbetreffende raadsbesluit, wordt de raad nu ten tweeden male gevraagd de eerste keer was in april een be sluit te nemen dat uiterst belangrijke gevolgen heeft. Ik denk daarbij niet alleen aan Geeren-zuid, waar geen wijkverwarming is, maar ook aan Heusden- hout, waar eveneens geen wijkverwarming is en aan Ypelaar, waar wel wijkverwarming aanwezig is. Wij vinden het fundamenteel onjuist dat deze besluiten nu aan de raad worden voorgelegd. Tot slot nog iets over het ons aangeboden ontwerp-besluit. Punt 6 daarvan luidt: "Aan dit besluit de voorwaarde te verbinden dat NEOM B.V. naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate tegemoet komt aan de financiële wensen van Breda." Welnu, hoe men het ook wendt of keert, ik heb die financiële wensen van Breda niet in het raadsvoorstel kunnen vinden, laat staan dat ik weet wat "in voldoende mate" is. Het gaat mij te ver dit kostbare project alleen aan de zorg van het college toe te vertrouwen. Ik geloof dat de raad de enig aangewezen instantie is om in dezen tot een oordeel te komen. De heer DREEF: Ook van onze kant nog een bij drage. Doordat het voorstel nogal aan de vage kant was, is over dit onderwerp uitvoerig in de laatst gehouden vergadering van de commissie bedrijven gesproken. Men weet wat er aan de hand is. Het gaat om de warmwatertransportleiding vanaf het warmte-inkoopstation aan de Eikdonk naar Breda- noord. In de raadsvergadering van april is beslo ten tot het leggen van de eerste 600 meter leiding. Inmiddels is er een informatieve bijeenkomst ge weest over het verkennende rapport van de KEMA in zake de financiële haalbaarheid van uitbreiding van het stadsverwarmingsproject tot Geeren-zuid, Heusdenhout en Ypelaar. Over deze haalbaarheid is ons voor de volgende maand een voorstel toegezegd, maar ook het vanavond ter tafel liggende voorstel heeft ermee te maken. Als er geen doortrekking zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 938