22 JANUARI 1981
93
is het onderhoud van wegen en verlichting, een on
derdeel dat er in de ganse exploitatie nogal be
droevend uitkomt. De verklaring daarvoor, die mis
schien straks nog wel duidelijker zal worden, is
dat de gemeentebesturen die binnen het door het
schap beheerde terrein over grond beschikken, van
uit op het terrein van het schap gevestigde be
drijven weliswaar onroerend-goedbelasting ontvan
gen, maar dat het schap zelf vanuit die vestigin
gen geen bijdragen krijgt. Dit betekent dat het
schap ter zake van het onderhoud van wegen, ver
lichting en wat dies meer zijzeker op dit ogen
blik geen vergoeding krijgt om een behoorlijke ex
ploitatie in de toekomst te waarborgen.
Ik kom toe aan het tweede onderdeel van de
exploitatie dat ons zorgen baart. Nadat rijkswa
terstaat recentelijk de Dordtse Kil heeft "opge
rekt", heeft de "verondieping" van de haven een
extra accent gekregen. Ik spreek nu in technische
termen, maar degenen die van het onderwerp "water"
wat beter op de hoogte zijn ook u, mijnheer de
voorzitter, behoort tot die groep weten wat ik
bedoel. Tengevolge van de "oprekking" van de Dordt
se Kil zijn er op dit ogenblik grondbewegingen die
het schap in de naaste toekomst wel eens voor de
noodzaak zouden kunnen plaatsen om met een tame
lijk grote intensiviteit te gaan baggeren. Welnu,
één keer baggeren in de haven en de aanlooproutes
kost om en nabij de 1,6 miljoen. Wanneer je dat
elk jaar moet gaan doen, weet je exact wat je in
je begroting moet opnemen. Ik wijs er echter op
dat het baggeren zal moeten worden betaald uit de
haven- en kadegelden; als er onvoldoende schepen
komen en als er onvoldoende bedrijven aan de wa
terkant gevestigd zijn, zijn er niet genoeg dek
kingsmiddelen aanwezig.
Deze twee elementen van de exploitatie baren
ons bijzonder grote zorgen. Ten aanzien van het
derde element dat ik wil noemen, moet ik meer een
"overall-verhaal" vertellen. Het gaat dan om de
toekomstige exploitatie en om de vraag, op welke