19 MEI 1981
943
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Door u misschien
toevallig niet, maar hoeveel voorstellen hebt u.
De heer DE BROUWER: Dat is niet toevallig.'
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Toevallig wel met
de stadsverwarming.
De VOORZITTER: Het woord "toevallig" wordt
hier anders gebruikt.
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Hierbij speelt mee
dat altijd door ons is gezegd dat zou ook wor
den nagegaan -- dat de stadsverwarming niet duur
der mag zijn dan individuele verwarming. Moeten
wij nu, als er wordt gevraagd om het beschikbaar
stellen van 1 miljoen voor 25 jaar waarbij de
mogelijkheid bestaat méér wijken aan te sluiten,
dit voorstel afwijzen? Neen, wij zullen eraan moe
ten werken dat we met deze 1 miljoen ektra méér
bewoners, méér wijken in Breda met de stadsverwar
ming kunnen helpen, op basis van een gezond uit
gangspunt
De heer DE BROUWER: Bij wijze van....
De VOORZITTER: U hebt in eerste termijn ge
sproken!
De heer DE BROUWER: Maar bij wijze van inter
ruptie
De VOORZITTER: Zo blijven we aan de gang.'
Mijnheer De Brouwer, gaat uw gang.
De heer DE BROUWER: Dank u wel.
De heer Van den Wijngaard zegt terecht dat
het uitgangspunt bij stadsverwarming ook is dat de
kosten niet hoger mogen zijn dan in het geval van
individuele verwarming, maar het zal hem toch be
kend zijn dat de gemeente het in haar macht heeft