950 19 MEI 1981 innemen Een bezwaar dat bij de inspraak bij herhaling naar voren werd gebracht, betreft de moeilijke leesbaarheid van de verordeningen. Ik ben het hier mee eens, zeker met het oog op de vrijwilliger die ook met deze materie zal moeten gaan werken. Het lijkt mij nogal een opgave, alles te begrijpen. Ik zou de suggestie willen doen, een populaire versie uit te geven waar iedereen mee uit de voe ten kan. De plannen voor het volgend jaar van de in stellingen moeten dit jaar vóór 1 augustus en daarna vóór 1 maart bij burgemeester en wethouders op tafel liggen. Voor een instelling die met veel beroepskrachten werkt zal dit al een hele kracht toer zijn; voor de clubs echter die met veel vrij willigers werken zal het naar mijn mening vrijwel ondoenlijk zijn reeds zo lang van tevoren te weten wat er zo al zal moeten worden gedaan. Het gevaar dreigt dat hierdoor veel spontaniteit verloren zal gaan. Dit betekent een verlies voor het parti culier initiatief en winst voor de bureaucratie: een kwalijke zaak. De Sp.A.R. heeft geen gelegenheid gehad zijn bezwaarschrift toe te lichten. Wat is de positie van deze adviesraad in dezen? Kan men ontheffing van de in het bezwaarschrift genoemde artikelen krijgen? Samenvattend kan ik zeggen dat wij in grote lijnen met deze tijdelijke verordening akkoord kunnen gaan, maar dat wij ons het recht voorbehou den om deze materie bij de behandeling van de nota "Werken aan welzijnswerk in Breda" objectief en kritisch te benaderen. Mevrouw SAELMAN-BOELEND66 was geschrokken van het oorspronkelijke voorstel tot vaststelling van een subsidieverordening dat door het college was gepresenteerd. De toen voorgestelde verorde ning droeg een niet mis te verstane signatuur van een socialistisch wethouder. He.t was een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 950