m
19 MEI 1981
951
verordening die de lust om zaken zelf te regelen
l_j_ng en goed te regelen verloren zou doen gaan. Er is
hier sprake van ondernemerschap waarvoor armslag
^ier- nodig is die men in de oude concept-verordening
niet kreeg. Er werd door de wethouder veelvuldig
betoogd dat er een te krappe voorbereidingstijd
was geweest. Dat leek ons niet zo heel geloofwaar
dig, maar we hadden ermee kunnen instemmen als de
3e_ wethouder er dan ook de conclusie uit had getrok
ken dat de verordening zou moeten worden "uitge-
1_ kleed" en dat zou moeten worden volstaan met het
door C.R.M. voor goedkeuring vereiste minimum.
^ers De wethouder heeft die conclusie echter niet
getrokken. Er zijn belangrijke wijzigingen aange-
bracht, maar wat is overgebleven heeft nog duide-
lijk de tendens, alles aan de overheid te trekken.
wel De verordening bevat gevaarlijke punten waarmee
eten wij het absoluut niet eens zijn. Zo moeten de in-
aar stellingen met de overheid overleg plegen als er
een vacature moet worden vervuld. Wij vinden dit
rt^_ een oneigenlijke gang van zaken. Het is oneerlijk
e. en oneigenlijk dat een instelling die een bepaald
aantal formatieplaatsen heeft en die als gevolg
^jn van ziekte of welke andere omstandigheid dan ook
een vacature moet vervullen, overleg met de over-
ng heid moet plegen. Als je met een subsidiënt moet
n praten, ben je altijd in het nadeel.
In de verordening wordt verder de fondsvorming
te aan banden gelegd. Wij vinden het op zichzelf goed
dat er een plafond voor de fondsvorming komt, maar
hou_ wij achten het niet wenselijk dat men de fondsvor-
nota ming helemaal wegwuift, omdat mensen dan de nei-
,n ging krijgen het ontvangen geld op te maken om er
voor te zorgen dat ze de volgende keer niet minder
krijgen. Op die manier wordt het tegendeel bereikt
n van hetgeen de wethouder terecht beoogt, namelijk
ing dat er met overheidsgeld zuinig wordt omgegaan.
Die doelstelling zal de mist ingaan doordat mensen
^e_ toch zullen proberen op alle mogelijke manieren
van versluierd het geld op te maken, om de volgende
keer niet voor moeilijkheden te zitten. Het hoort