952 19 MEI 1981 bij het ondernemerschap en bij het vrije werken dat men iets kan overhouden, als "potje" voor tij den waarin het wat minder goed gaat. Als je op dit soort dingen gaat beknibbelen ben je helemaal op de verkeerde toer. Wij zijn het dan ook zelfs met deze gewijzigde verordening niet eens. De heer HENDRIKSENHet is eigenlijk symbo lisch voor de hele welzijnsplanning dat de raad vanavond bijzonder weinig tijd heeft om deze ui terst belangrijke kwestie te bespreken. Toen in 1973 de knelpuntennota werd opgesteld de start van de decentralisatie van het welzijnsbeleid was één van de uitgangspunten dat de gemeenteraad het politieke forum bij uitstek zou zijn om beslis singen te nemen, politieke keuzen af te wegen, in discussie te gaan en in gezamenlijk overleg vast te stellen wat er op welzijnsgebied wel en niet zou moeten gebeuren. In de literatuur die de afge lopen maanden en jaren aangaande de welzijnsplan ning over ons is uitgestort kom je steeds vaker woorden tegen als "ontheemding""vervreemding" en "depolitisering". De afstand tussen de wenselijk heid die in notas tot uitdrukking wordt gebracht en de werkelijkheid van de planning blijkt ontzet tend groot te zijn en blijkt het hele proces lang zaam maar zeker te frustreren. Dit zou eigenlijk een heel belangrijk discussiepunt voor deze raad moeten zijn. De raad en het college zouden moeten proberen die ontwikkeling te voorkomen, want er staan grote dingen op het spel. De knelpuntennota van 1973 heeft aangegeven dat er een grotere sa menhang in het beleid zou moeten komendat demo cratisering en politisering op plaatselijk niveau zouden moeten worden uitgevoerd, dat de problema tiek rond het personeelsbeleid duidelijker zou moeten worden aangepakt en dat bij dit alles ook de problematiek van de financiering en de accommo- datieproblematiek een rol spelen. We zijn allemaal met de rijksbijdrageregeling en welzijnsplanning bezig en het gaat hier om onderwerpen die een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 952