m 19 MEI .1981 953 savondje discussie op zich best wel waard zijn. •ij- Een ander element dat hierbij meespeelt is dit dat de gemeenteraad als zodanig geconfronteerd >p xaakt met een heel nieuwe problematiek, waarover iet weinig know-how bestaat en waarop men slechts moeizaam kan inspelen. Dit geldt niet alleen voor de gemeenteraad, maar het geldt in dezelfde mate >- voor het particulier initiatief, zowel het nieuwe als het oude, voor vrijwilligers en voor de burge rij die bij de gang van zaken moet worden betrok- i ken. Kortom: iedere betrokkene zit met een nieuwe irt situatie en dat vereist een zeer uitgewogen plan- --ningsprocesom met elkaar tot goede plannen te lad komen. Het moet niet zo zijn dat een overheid slis- daarbij continu aan het touwtje trekt. Die sugges- in tie wil de Partij van de Arbeid zeker niet doen. st Wij hebben al eerder gezegd dat er gewoon afzon- - derlijke verantwoordelijkheden zijn voor de over ige- heid aan de ene kant en het particulier initiatief m- en de burgerij aan de andere kant. Wat de Partij - van de Arbeid in ieder geval vindt: de burgerij en moet geen consument van beleid, maar zou producent jk- van beleid moeten zijn. Dat is volgens ons alleen -ht mogelijk in een communicatief proces van planning, ïetr Dit brengt mij op het punt van de inspraak, mgr- omdat daarbij iets te proeven is van de wijze jk waarop de problematiek wordt aangepakt. We hebben ad wat de inspraak betreft met de rug tegen de muur ten gestaan. Het college is met het geheel iaat van r start gegaan; men had in feite nog later van start 3ta willen laten en als dat was gebeurd zou ik mij a- zelfs hebben afgevraagd of de afspraken die op het no- gebied van de welzijnsplanning in het programak- =au koord zijn neergelegd, nog wel hadden kunnen wor- na- den uitgevoerd. De korte tijd diverse sprekers ■hebben dat benadrukt is een handicap geweest, ck maar aan de andere kant is het zo dat we met de mmo- rug tegen de muur stonden. Als ik overigens naar maal het resultaat van de inspraak kijk, zeg ik: de ng tijd mag dan kort zijn geweest, maar de waarde van die inspraak, kwalitatief gezien, is zo slecht nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 953