19 MEI 1981
957
aan de inspraak hebben deelgenomen een goede bij
drage hebben geleverd en een duidelijke inbreng in
de verordeningen hebben gehad. Men heeft kunnen
zien dat wij hebben geprobeerd heel serieus met de
inspraak rekening te houden, ons realiserend dat
de tijd kort was; wij hebben de verordeningen op
enkele punten aangepast.
De heer Koertshuis heeft gezegd dat de proce
dureverordening voor zijn fractie aanvaardbaar is,
maar dat hij van mening blijft dat de subsidiever
ordening bevoogdend is en als een sturingsinstru
ment moet worden gezien. Welnu, dat zowel een sub
sidieverordening als een procedureverordening voor
een gemeenteraad een sturingsinstrument is, hebben
we nooit ontkend. Het is ook uitdrukkelijk de be
doeling de raad instrumenten te geven om op het
terrein van het welzijnsbeleid aan de hand van te
zijner tijd door de raad te formuleren duidelijke
politieke en financiële uitgangspunten en doelstel
lingen regelend en sturend te kunnen optreden.
De heer Koertshuis heeft vier amendementen op
de subsidieverordening ingediend, waarvan het eer
ste betrekking heeft op artikel 15, lid 2. Het
amendement gaat uit van 100% bevoorschotting. Ik
wil vasthouden aan het voorstel van het college,
want ook in het bestaande systeem is er sprake van
90% bevoorschotting en voor grote professionele
instellingen met veel beroepskrachten heeft zich
tot op dit ogenblik geen enkele moeilijkheid voor
gedaan. Integendeel: de instellingen hebben nogal
ruim in hun financiële jasje gezeten en ik heb er
geen enkel signaal van ontvangen dat zich proble
men zouden hebben voorgedaan.
De heer KOERTSHUIS: Er zijn schriftelijke be
zwaren ingediend door het J.J.C.het I.M.W. en
het B.W.O.B. Dat zijn grote instellingen die tegen
deze regeling heel ernstig bezwaar hebben gemaakt.
Wethouder mevrouw PAULUSSEN: Ik ga uit van
het huidige subsidiesysteem waarin sprake is van