962
19 MEI 1981
niet met het college eens is. De heer Hendriksen
is al ingegaan op haar opmerkingen over het socia
listisch karakter van de verordening. Ik heb deze
opmerkingen als een politiek compliment beschouwd
hoewel ik had gehoopt dat het wat verder had kun
nen gaan. In ieder geval is in ons voorstel een
collegestandpunt neergelegd waar ik achter sta en
dat ik namens het college mag verdedigen. Mevrouw
Saelman is het er niet mee eens en welke conclusie
daaruit moet worden getrokken, horen we straks wel.
Aan het adres van de heer Hendriksen heb ik
al enige opmerkingen gemaakt. Hij heeft onder meer
gezegd dat de planning een communicatief karakter
moet hebben. Ik kan hem antwoorden dat wij daar
naar streven. Dit is iets waarop hij ook in de
commissie al heeft gewezen. Naar aanleiding van de
opmerking van de heer Hendriksen dat er geen slui
pende bezuinigingen mogen optreden, meen ik hem te
kunnen zeggen dat deze planning dat moet tegengaan
en dat we, als er op een gegeven ogenblik ook in
de welzijnssector niet aan bezuinigingen kan wor
den ontkomen, ter voorkoming van een "sluipend"
proces in een open communicatie met elkaar tot
maatregelen zullen moeten besluiten.
Tot slot kan ik nog mededelen dat de inge
diende amendementen voor het college niet accepta
bel zijn.
De VOORZITTER: Ik stel vast dat ook het col
lege geheel of nagenoeg geheel door zijn spreek
tijd heen is. Het lijkt mij het verstandigst nu
tot besluitvorming over te gaan. Ik stel voor over
de vier amendementen, hoewel dat niet te doen ge
bruikelijk is, in één keer te stemmen.
Mevrouw DEN OUDEN-JANSENWij zouden ons
graag in een schorsing over de amendementen bera
den. Ik geloof trouwens dat er ook nog iets anders
ligt.
De VOORZITTER: Ja, er is nog een motie.