972
19 MEI 1981
bij een volgende gelegenheid terugkomen.
Ingetrokken zijnde maakt de motie-Garritsen
geen onderwerp van beraadslaging meer uit,
De VOORZITTER: Ik vraag het oordeel van de
raad over het voorstel van burgemeester en wet
houders.
De heer DE BROUWER: Als wij geen antwoord in
tweede termijn krijgen, weet ik het niet meer! We
nemen het steeds minder nauw met het reglement
van orde!
De VOORZITTER: Het is heel goed mogelijk dat
een motie wordt ingetrokken terwijl het voorstel
gehandhaafd blijft.
De heer DE BROUWER: Ik had in tweede termijn
ook een vraag over het voorstel gesteld.
Wethouder BROOIMANS: Ik denk dat de heer De
Brouwer ons vraagt in te gaan op zijn vragen over
de garantieverlening. Daarover staat in het voor
stel dat zal worden getracht één of meer leningen
eerder te doen verstrekken. Welnu, als uit het
overleg het resultaat volgt dat er twee tranches
ter beschikking worden gesteld, vindt het college
dat een goed resultaat.
De VOORZITTER: Ik zou nu de discussie willen
sluiten. Met de motie is mijns inziens op correcte
wijze gehandeld. Dat kan er nog net mee door! Ik
vraag het oordeel van de raad over het voorstel
van het college.
De heer GARRITSEN: Een stemverklaring. Ik
ben om twee redenen tegen het voorstel. In de
eerste plaats wordt in het voorstel vooruitgelopen
op de uitbreiding naar andere delen van Breda en
in de tweede plaats heb ik bezwaar tegen