ffl
22 JANUARI 1981 97
;re
29. bijlage nr. 30.
.len
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
lat
VASTSTELLING VAN:
A. DE LOZINGSVERORDENING RIOLERING BREDA;
B. DE TWEEDE WIJZIGING VAN DE BOUWVERORDENING
;en
1978. (B)
ich-
;n
De heer KAMMERAATDe lozingsverordening stelt
eisen aan lozing door instellingen en bedrijven.
We moeten daarbij niet alleen aan de industrie
denken, maar ook aan ziekenhuizen etcetera. Deze
3-
lozingsverordening gaat de gemeente geld kosten.
De gemeente heeft weinig geld, maar toch zal er
150.000,structureel op tafel moeten komen. De
verordening gaat ook de instellingen en bedrijven
geld kosten, terwijl die het evenmin makkelijk
)P
hebben. Er moeten dan wel ernstige redenen zijn om
tot deze verordening te komen. Welke zou je kunnen
aanvoeren? Wij hebben daar in de fractie over ge
praat en ik zal er nu vier noemen.
Ten eerste is het in het belang van de gemeen
te zelf dat zij haar eigen riolering beveiligt.
Dit is een voor de hand liggende reden, waarbij de
)P
relatie tussen de gemeente en de lozers aan de or
I-
de is; de gemeente stelt eisen aan de lozers.
;ET-
Ten tweede moeten de zuiveringstechnische
werken worden beschermd. De grootste ramp die een
zuiveringsinstallatie kan overkomen is dat er golf
met gif komt, waardoor de bacteriën worden gedood
>p
en alles plat komt te liggen. Er treedt dan geen
T
zuivering meer op. Hier hebben we te maken met de
IEDE-
relatie tussen het hoogheemraadschap West-Brabant,
HO-
de gemeente en de lozers. Het hoogheemraadschap
LSIS-
stelt eisen aan de gemeente en de gemeente geeft
die weer door aan de lozers. De ketting is al wat
groter geworden.
Ten derde kan met de verordening een sanering
[i-
van de lozingen worden bereikt, met name op het
t-
gebied van de zware metalen. De gevolgen hiervan
zouden de volgende kunnen zijn. Het slib dat nu in
Nieuwveer wordt gemaakt is sterk verontreinigd met