995 25 JUNI 1981
groeistadfunctie van de gemeente Breda.
VRAAG (gesteld d.d. 23-2-1981 ing. art. 48, 2e lid
R. v. O.
de heren Hendriksen en Crul en mevrouw Muntjewerff-
van de Hul:
1. Waarom stond het door de commissie openbare
werken op de agenda geplaatste punt "Renovatie
gemeentepanden Van Coothplein" niet op de agen
da van 17 februari, zoals afgesproken?
2. Waarom is met de commissieleden die dit punt
wilden bespreken geen contact opgenomen over de
afvoering van dit punt?
3. Hoe kan het gebeuren dat de verzoeken vanuit
het Chassécomité om over het agendapunt te spre
ken vóór de aanvang van de commissievergadering
niet bekend waren aan de voorzitter?
(Te Uwer informatie: het comité heeft ons mee
gedeeld op dinsdag 17 februari 's morgens om
11.00 uur dit verzoek gedaan te hebben aan de
secretaresse van de heer Van Dun, dezelfde dag
is dit verzoek ook aan één der betrokken ambten
naren doorgegeven, alsmede op 19 februari aan
de heer Deelen)
4. Is het volgens de gemeentewet mogelijk dat agen
dapunten opgevoerd door de commissie zonder
overleg met de commissie van de agenda afge
voerd worden door het college c.q. de voorzit
ter van de commissie?
Dit zou n.l. impliceren dat "onprettige" agen-
dapunten door ingrijpen van de voorzitter nooit
besproken hoeven te worden.' Is de handelswijze
van de voorzitter conform het Reglement van
Orde?
5. Welke maatregelen wilt U nemen om genoemde pro
blemen in het vervolg te voorkomen?