25 JUNI 1981 998 3. Vindt het college niet dat de hulpverlenings taak van het J.A.C. aan weggelopen jongeren door het optreden van de officier van justitie ern stig wordt geschaad? 4. Is het college bereid met het J.A.C. in overleg te treden over de nu ontstane situatie met be trekking tot de opvang van weggelopen jongeren? 5. Is de burgemeester bereid om op korte termijn deze zaak in het zgn. driehoeksoverleg te be spreken en hierin duidelijk naar voren te bren gen dat de tot dit moment gegroeide praktijk die tot stand is gekomen in overleg met de of ficier van justitie gehandhaafd blijft? Is de burgemeester verder bereid verslag te doen aan de raad c.q. commissie algemene zaken, openbare orde van dit driehoeksoverleg? Zo neen, waarom niet? ANTWOORD Ad. 1 Wij zijn op de hoogte van de door U geschetste ge beurtenissen, met dien verstande, dat slechts één van de betrokkenen aan de officier van justitie is voorgeleid. Ad. 2 Wij hebben begrepen, dat het hier gaat om personen, die wat U omschrijft als gastadres "weggelopen jon geren" huisvesten. Ad. 3 Ons college heeft zich in deze vraag niet verdiept, daar een en ander zich afspeelt buiten de sfeer en bevoegdheid van het gemeentebestuur. Vooralsnog houden wij het er voor, dat de officier van justi tie goede redenen zal hebben gehad voor zijn op treden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 998