999
24 JUNI 1982
fout is gegaan, omdat in de periode daarvóór za
ken heel duidelijk zijn blijven liggen. Het feit
dat er een uitputtende correspondentie in de
richting van alle fracties is gevoerd spreekt in
feite boekdelen. Ik vind het jammer dat in het
verleden vanuit de raad en de commissie daarop
niet voldoende adequaat is gereageerd.
De heer KAMMERAAT: De heer Garritsen zal
naar ik aanneem hebben gehoord dat ik niet alleen
over het ENWA sprak, maar tevens stelde dat ook
de commissieleden zich dit kunnen aantrekken.
De heer GARRITSEN: Dat weet ik, maar er valt
mij in deze gang van zaken toch wel iets op. Van
avond werd een wethouder aansprakelijk gesteld
voor iets dat fout was gegaan, iets wat zo'n vier
jaar geleden eigenlijk nauwelijks gebeurde. Bij
dit voorstel heeft men vanuit de raad waardering
uitgesproken voor de wijze waarop de wethouder,
die deze zaak heeft overgenomen, een en ander
heeft aangepakt, bij welke waardering ik mij ook
best wil aansluiten. We moeten niet van alles op
iedereen afschuiven. Wanneer er allerlei zaken
zijn blijven liggen, moeten we inderdaad als com
missie het college ter verantwoording roepen en
ik vind dat dat te weinig is gebeurd. Op dat punt
hebben de raad en het college heel duidelijk ge
faald.
Ik wil thans teruggaan naar het voorstel. In
feite is door de P.S.P. op dit punt de keuze al
gemaakt. U wilt nadat het besluit is genomen nog
eens naar de wijk teruggaan, waarin ik echter
niet zo veel zie. De heer Dreef heeft gezegd dat
er inmiddels is gekozen voor stadsverwarming en
dat er nu geen weg terug meer is. Als we kiezen
voor die opstelling zullen we nog meermalen met
uitbreidingen worden geconfronteerd, alle ter
verbetering van het rendement van het stadsver
warmingssysteem. Mijns inziens moeten we evenwel
niet blind varen op eenmaal genomen besluiten,