1040 29 JUNI 1982 is vervolgens een meerderheidsadvies van de com missie op tafel gekomen waaraan na overleg tussen de voorzitter van de raad en de heer Van Dun op dat moment onaanvaardbare manier een "kronkel" is gegeven. Ik vond dat je op die manier niet goed met elkaar bezig bent. Ook de fractie, na mijn verslag hierover, vindt dat men niet op deze ma nier te werk zou moeten gaan. Wij blijven van mening dat de raad bij de af sluiting van deze zaak had moeten vastleggen: 1dat onvolledige informatie is verstrekt waardoor onjuiste besluiten zijn genomen; 2. dat zonder goedkeuring van de raad, het college en de commissie bestellingen zijn geplaatst en verplichtingen zijn aange gaan 3. dat het college, de raad en de commissie ten aanzien van het voorstel over de cen trale verkeersregeling nu met de rug tegen de muur staan. De notitie nemen wij voor kennisgeving aan. Met het voorstel onder agendapunt 20 gaan wij op grond van het laatste punt van overweging akkoord. De heer DEK: In de commissie waarvan u, mijn heer de voorzitter, voorzitter bent, is al uitvoe rig op het hele gebeuren ingegaan. De belangrijk ste punten daaruit nog eens op een rijtje zetten lijkt mij nogal overbodig. Wêl herinner ik eraan dat we in de commissie enige malen heel duidelijk hebben gesignaleerd dat er onzes inziens meerdere keren onzorgvuldig is gehandeld. Eén van de be langrijkste conclusies was dat ook de wijze waarop het "blauwtje" is geparafeerd, van onzorgvuldig heid getuigt. In dat verband, mijnheer de voorzit ter, was uw persoon in het geding. Het "blauwtje" liet tenslotte niets te wensen over. Er kan begrip voor de gang van zaken worden gevraagd. De afde ling stadsontwikkeling brengt een "blauwtje" in omloop dat door de portefeuillehouder wordt gepa rafeerd: hij doet dit, zoals hij in de commissie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1040