29 JUNI 1982
1049
willen vragen in zijn beantwoording aandacht te
besteden aan de terugkoppeling naar de commissie
en aan de manier waarop de ontwikkelingen in de
hand kunnen worden gehouden.
De heer DEK: Van onze kant bij deze beleids
nota een aantal korte opmerkingen, waarin overwe
gende bezwaren tegen de nota worden ontwikkeld.
Mevrouw Van Rooij zinspeelde er al op dat in de
nota een regionaal beleid ontbreekt: de omliggen
de gemeenten zijn niet in de beschouwing betrok
ken. Een volgend punt is dat bij de door de socio
grafische dienst gemaakte berekeningen gebruik is
gemaakt van het regressiemodel, waaruit een trend
is afgeleid. Naar onze mening past dit model niet
helemaal in deze tijd. De gegevens die ervoor
zijn gebruikt zijn namelijk ontleend aan het dis-
tributieplanologisch onderzoek (DPO) voor de bin
nenstad uit 1976, zes jaar geleden. Om een beeld
te krijgen van de totale bestedingen is gebruik
gemaakt van gegevens uit de jaren 1970-1978. Over
bodig, te zeggen dat juist in deze periode de bo
men tot in de hemel neigden te groeien, een uit
drukking die we de laatste maanden nogal eens heb
ben gehoord. De situatie, economisch gezien, is
beslist en heel duidelijk veranderd.
Wij sluiten ons vervolgens graag aan bij de
opmerkingen van de rijksconsulent. De nota ademt
een geest van "ja, mits" in plaats van "nee, ten
zij". Voor ons gaat het bij perifere detailhandel
om een "nee, tenzij". Er kleven te veel bezwaren
aan een "ja, mits". Het onderscheid moet de wet
houder als oprecht C.D.A.-man duidelijk zijn.
In verband met de gesignaleerde beperkingen
de niet aan de situatie aangepaste gegevens en
het "ja, mits" in plaats van het "nee, tenzij"
zal ik tegen dit voorstel stemmen, ook al onder
schrijven wij dat er een beleid zal moeten komen.
Ik had echter graag gezien dat het beleid dan op
goede gegevens was gebaseerd.