1054 29 JUNI 1982 dit stuk haken en ogen zaten. Hij heeft dat verge ten en hij heeft daarvoor zijn excuses aangeboden. Dat is, denk ik, een aantal mensen in ons midden niet vreemd. Het derde punt heeft betrekking op een "blauwtje", oftewel dit in het bijzonder voor de publieke tribune een stuk waarop een wethou der een beslissing kan nemen. Inderdaad heb ik in november 1980 tussen tien, twaalf besprekingen een "blauwtje" geparafeerd. Ik teken, zo is uit bere keningen gebleken, 3.000 "blauwtjes" per jaar en ik heb in de commissie al gezegd dit in het bijzonder aan het adres van de heren Dek en Gar- ritsen dat ik mij anderhalf jaar later niet meer kan herinneren welk van die 3.000 "blauwtjes" ik heb getekend. Dit is het cruciale punt, naar ik meen ook in de motie van de heer Garritsen, waarin als uitgangspunt wordt genomen: "de wethouder was op de hoogte". Men zegt zoiets zo gemakkelijkJ Als men zegt "de wethouder had op de hoogte kunnen zijn", heeft men formeel gelijk. Ik heb het "blauw tje" anderhalf jaar geleden getekend; ik heb er ook op gewezen dat de inhoud ervan nu niet van dien aard was, dat hij tot enige actie zou kunnen leiden. Er werd immers geadviseerd u hebt het allemaal gezien gewoon dè mededeling van de af deling stadsontwikkeling voor kennisgeving aan te nemen Dit zijn de drie cruciale punten. Ik betreur het mèt anderen dat een en ander heeft geleid tot een zaak die in de publiciteit en in ons midden een proces op gang heeft gebracht waarin we aan elkaar en aan onszelf gaan twijfelen. Het heeft zijn voordelen dat we dat bij tijd en wijle doen, maar het heeft ook zijn nadelen, omdat bepaalde consequenties en bepaalde interpretaties werkelijk uit hun voegen worden getrokken. Men kent nu de hele voorgeschiedenis, men weet alles en men ziet waar het verkeerd heeft kunnen gaan. Ik doe een beroep op de raad nu schoon schip te maken dat is ook de bedoeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1054