29 JUNI 1982
1057
één punt na, een praktisch punt, dat we nog willen
noemen omdat we willen voorkomen dat het gebeurde
zich herhaalt. In het preadvies wordt onder 2 aan
gegeven dat iets dat voor kennisgeving wordt aan
genomen eigenlijk in de prullemand verdwijnt; zo
zou je althans de desbetreffende passage kunnen
vertalen: er wordt niet meer naar gekeken. Ik her
inner in dit verband aan een opmerking van de heer
Dek. Het is toch zaak dat ook stukken die voor
kennisgeving moeten worden aangenomen, zeker als
het om dergelijke essentiële onderwerpen gaat, se
rieus worden bekeken en dat wordt nagegaan of de
inhoud van zo'n stuk niet op een of andere manier
in het beleid tot uitdrukking zou moeten komen.
Tot slot nog iets over de motie. In de frac
tie hebben we ons afgevraagd hoe we aan deze dis
cussie een slot zouden moeten breien. Na hetgeen
wij in eerste instantie hebben gezegd, kan er wat
ons betreft een punt achter worden gezet en wij
zullen dan ook de motie van de heer Garritsen niet
steunen
De heer DEK: Nu de bel voor de laatste ronde
heeft geluid, kun je je afvragen in hoeverre nog
een duidelijke opsomming en beantwoording van vra
gen noodzakelijk was geweest. U hebt, mijnheer de
voorzitter, nogmaals uw excuses aangeboden en
u zei erbij dat dit voor de laatste keer was
voor het bestuurlijk disfunctioneren in deze hele
zaak. Dit stelt ons voor een gewetensvraag. Als je
voor een zakelijke benadering kiest en niet voor
een emotionele, die heel zeker ook in deze hele
zaak een rol heeft gespeeld, welke afweging moet
je dan maken? Wij kiezen voor het niet ondersteu
nen van de motie van de heer Garritsenook al
staan daarin constateringen die wij zouden kunnen
onderschrijven. Wij hopen dat het college uit deze
gang van zaken ook in de commissie ruimtelijke
ordening is er al over gesproken daar waar bij
ambtenaren een mentaliteit heerst in de zin van
"even aan de bel trekken"heeft geleerd dat een