21 JANUARI 1982 105 Niettemin zijn wij natuurlijk teleurgesteld over het aantal woningen dat Breda, als het be leid dat tot nu toe tot ons is gekomen wordt voortgezet, dit jaar zal kunnen realiseren. De gronden voor onze teleurstelling zullen duidelijk zijn. Wij pleiten al jaren lang voor maatregelen ter vermindering van de woningnood voor de laagst betaalden. Jaren geleden hebben wij al eens voor gesteld naar Den Haag te gaan met een pleidooi voor vergroting van het contingent voor sociale woningbouw. Toen waren bepaalde fracties in de raad daarvoor niet thuis, maar gelukkig is er wat dat betreft een verbetering ingetreden. Wij vinden bovendien dat de werkloosheid in de bouw ons ertoe dwingt ervoor te zorgen dat er zo veel mogelijk sociale woningbouw wordt gerea liseerd. Ook zou ik nog eens met nadruk willen wijzen op het belang van de continuïteit van de bouwstroom, met name in de Haagse Beemden. Deze continuïteit is niet alleen van belang voor de grondexploitatie, maar ook voor het draagvlak van de voorzieningen. In het begin van deze ver gadering is ter sprake geweest dat de B.R.W.- subsidie lager is uitgevallen dan wij ons hadden voorgesteld. Dit heeft te maken met de continu- iteit van de bouw en in verband daarmee steunen wij de motie. Tot slot nog een vraag. Heeft het ministe rie aan het adres van het college en de gemeente Breda gemotiveerd waarom Breda in vergelijking met andere groeisteden zo weinig woningen toege wezen heeft gekregen? Als dat niet het geval is, kan er dan vooral nog eens bij het ministerie op worden aangedrongen dat wij de motieven voor het geringe aantal mogen vernemen? De heer EISSENS: De motie lijkt mij over duidelijk. Het zal duidelijk zijn dat onze frac tie, die bij monde van de heer Schuring ik zou het zo mooi niet hebben kunnen zeggen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 105