29 JUNI 1982
1059
blijven volhouden, ook tegenover De Stem, dat men
de gegevens van anderhalf jaar geleden niet meer
in het hoofd heeft? In de collegevergadering is
uitputtend over het onderwerp gesproken.
Dit zijn dé dingen waar het om gaat en dan
wil ik niet meer praten over een onduidelijk
"blauwtje" dat voor de eerste fase aan de orde is
geweest. Het gaat mij erom dat u de bovengenoemde
feiten in feite steeds weer wegpoetst.
Op 10 februari 1982 werd op vragen van de
P.v.d.A. geantwoord (vraag 4)"In de commissie
vergadering van 28 januari 1982 is aan de orde
geweest of reeds door bestellingen verplichtingen
waren aangegaan. Dit was bij de betreffende por
tefeuillehouder niet bekend en kon hem ook niet
bekend zijn." Dit is van a tot z gelogen. Het was
u bekend en het was het college bekend er zit
ten ettelijke brieven bij de stukken en dit
verhaal klopt dus niet. Het is een verhaal van 10
februari 1982Cp 11 februari hebt u weer in de
raad verteld dat u het niet wist en niet kon we
ten. Welnu, ik heb de stukken, die zoals u hebt
gezegd volledig ter visie liggen, doorgenomen en
ik ben herhaaldelijk stukken tegengekomen waaruit
bleek dat u wèl op de hoogte was. Ik vind de gang
van zaken afkeurenswaardig en ik ben van mening
dat een raad die zichzelf een klein beetje serieus
neemt er een uitspraak over hoort te doen. De raad
moet te kennen geven dat hij niet op zo'n manier
met zich wenst te laten sollen.
De P.v.d.A. heeft aangekondigd dat zij de
motie niet zal steunen, op grond van een argumen
tatie waarmee ik nogal wat moeite heb. Er worden
in feite geen argumenten gegeven waaruit blijkt
waarom men nu geen raadsuitspraak wenst. Ik had
graag gezien dat men inhoudelijk op de zaak was
ingegaan. In het verleden heeft de P.v.d.A. zelf
eens een motie ingediend, zelfs samen met de
V.V.D. die het op dit ogenblik helemaal laat af
weten. Op het ogenblik ligt er een motie van mijn
kant. Ik ben best bereid over de inhoud te gaan