29 JUNI 1982 1061 De heer GARRITSEN: Nadat de notitie waar de wethouder zijn paraaf onder had gezet bekend was geworden, hebt u volgens de Stem van 5 mei 1982 gezegd dat dit een nieuw licht op de kwestie had geworpen. Daarna hebt u er op geen enkele manier blijk van gegeven dat de kwestie in een nieuw licht was gesteld: u hebt zich volkomen achter de gang van zaken geschaard en hoewel er nieuwe fei ten naar voren waren gekomen hebt u geen enkel kritisch geluid laten horen. De heer TEN WOLDE: Je wordt op een achtermid dag door de krant gebeld met de mededeling dat er een nieuw feit aan de orde is. Dat neem je dan op dat moment als een nieuw gegeven aan, maar later wordt een en ander nader onderzocht. Mijn fractie is tot de conclusie gekomen dat er geen nieuwe feiten zijn toegevoegd aan het debat waarin de knieval is gemaakt. Punt, uit, klaar. De heer CRUL: Tijdens het overleg van de vier fractievoorzitters toen waren dezelfde feiten bekend als nu hebt u het woord "onaanvaardbaar" gebruikt. Dat hebben wij bedoeld toen wij over een reuzezwaai spraken. Vervolgens wordt overgegaan tot besluitvorming Aangezien alleen de heer Garritsen zich vóór de motie-Garritsen wenst uit te spreken, wordt deze motie geacht te zijn verworpen. Zonder hoofdelijke stemming wordt de notitie onder agendapunt 19 voor kennisgeving aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders onder agendapunt 20 besloten, onder aantekening dat de heer Garritsen geacht wil worden te hebben tegenge s temd De VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor de koffiepauze.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1061