1066
29 JUNI 1982
constateert en probeert activiteiten in het geheel
van het welzijnsveld in te passen.
In een brief aan de initiatiefgroep heeft de
adjunct-directeur van de sociale dienst medege
deeld dat het college bezig is te streven naar
aansluiting met het jeugdwerkplan, het gemeen-
sehapstakenplan en het uitkeringsbeleid. In dit
verband herinner ik ook aan opmerkingen van de
heer Grosfeld over ontwikkelingen die op een ander
niveau aan de gang zijn en die niet direct de ge
meentelijke apparaten betreffen. Een en ander
noodzaakt ons te zeggen dat de diverse ontwikke
lingen met elkaar in verband moeten worden ge
bracht en dat vervolgens de keus op een verant
woorde opzet moet vallen.
Wij vinden dat het initiatiefvoorstel van het
C.D.A. vooruitloopt op het kader van het welzijns-
plan. Door nu te verklaren dat de opzet positief
is en daarover een uitspraak te doen, zou de raad
voor 1984 en 1985 een deel van de gemeentelijke
begroting nu al vastleggen. Ik word in deze opvat
ting gesteund door het C.D.A. zelf, want op blad
zijde 3 schrijft men: "Het proces van afweging
komt pas later, nu kan er in onvoldoende mate af
gewogen worden." Wij zijn het daarmee eens en wij
vinden dat men, als het niet mogelijk is tot een
afweging te komen, geen initiatiefvoorstel moet
indienen.
Vandaag hebben wij op onze tafel een brief
van enige W-groepen gevonden waarin sommige van de
hier ter tafel gekomen argumenten nog verdere ver
sterking vinden. De W-groepen schrijven dat we
maar eens moeten kijken of er niet een minder kost
bare formule te vinden is en dat het de vraag is
of deze activiteit wel prioriteit moet hebben. Wij
zijn het daarmee eens: als je een I.B.W. opstart,
moet er een duidelijke opzet zijn, moeten overlap
pingen achterwege blijven en moet er duidelijkheid
over de financiën bestaan, terwijl bovendien in
het kader van het complete welzijnsplan moet wor
den beoordeeld of deze activiteit prioriteit