29 JUNI 1982
1067
verdient. Deze overwegingen brengen ons ertoe dat
we het initiatiefvoorstel niet kunnen steunen. Om
dat wij positief tegenover de zaak zelf staan,
sluit ik mij aan bij het verzoek van de heer Gros-
feld tot intrekking van het voorstel.
De heer GARRITSEN: Ik vind dat de C.D.A.-
fractie op zich een goed initiatief heeft genomen.
De argumenten tegen het voorstel die nu worden op
gehoest, komen, vind ik, een beetje laat. Er is
uitvoerig over dit onderwerp gecorrespondeerd en
uitvoerig is toegelicht hoe de opzet zou zijn. Ook
is heel duidelijk gemaakt dat er bij snel handelen
gelden van C.R.M. zullen komen. Ik kan mij voor
stellen dat we deze activiteit nu laten opstarten
in een aantal gemeenten wordt al met vrij veel
succes het een en ander op dit gebied ondernomen
en dat we later aan de hand van een beoordeling
van de gang van zaken de vraag beantwoorden of de
activiteit het waard is in de planprocedure te
worden meegenomen.
De heer OOMEN: Als de raad nu al beslist dat
hij positief tegenover deze activiteit staat, is
er geen keuze meer tussen wel of niet in de plan
procedure meenemen. De raad verklaart dan immers
nu dat hij de financiering zal inpassen en heeft
geen vrije keus meer.
De heer GARRITSEN: U wilt dus beweren dat de
gemeente, als de raad nu het voorstel "tot en met
1983 100%" aanneemt, in 1984 geen vrije keus meer
heeft en er 25% bij moet leggen. Dan moet u de ge
meentebegroting eens een beetje volgen.' Wij blij
ken nooit een meerjarenbegroting te maken er
wordt wel eens een meerj arenbeeld geproduceerd
en wij blijken nooit beslissingen op een dergelij
ke termijn vast te leggen. Het verhaal dat de heer
Oomen hier houdt klopt dus van geen kanten.
De heer OOMEN: Als wij tegen het I.B.W.