29 JUNI 1982
1079
de commissie hadden gekregen. Ik kan mij dan ook
vinden in een herhaald verzoek aan het C.D.A.het
voorstel thans in te trekken en ermee terug te ko
men op een moment waarop het naar de mening van
die fractie toch weer fout gaat. Ik hoop overigens
dat zo'n moment zich niet zal voordoen.
De heer Garritsen heeft gezegd dat het colle
ge er van alles bijhaalt en dat de commissie niet
op de hoogte is. Hij doelde daarbij onder meer op
de relatie met allerlei instellingen. Ik geef na
tuurlijk de heer Garritsen alle recht om een stand
punt dat hij in de commissie heeft verkondigd bij
nader inzien en na nadere bestudering te verande
ren. Het is ieder raadslid gegund dat te doen.
Toch wijs ik erop dat hij op 4 mei 1982 een soort
gelijk voorstel van het C.D.A. als nu ter tafel
ligt, niet heeft gesteund, volgens mijn aanteke
ningen onder andere op grond van het argument dat
er overleg moest worden gepleegd met allerlei in
stanties. Hij komt nu op zijn standpunt van des
tijds terug en daartoe heeft hij natuurlijk alle
recht, maar toen ik hem zojuist zijn mening hoorde
geven signaleerde ik een samenwerking tussen
P.S.P. en C.D.A.bien étonné, de se trouver
ensemble.
De heer GARRITSEN: Als het overleg in de va
kantieperiode moet plaatsvinden of als we er geen
zicht op hebben dat het vóór de vakantieperiode is
afgerond, dan vind ik dat we niet op deze wijze
moeten doorgaan. Gezien de huidige financiële si
tuatie u kent het beleid van Van der Stee
heb ik er weinig vertrouwen in dat het geld wordt
binnengehaald. Vandaar dat mijn standpunt inder
daad enigszins is veranderd. Het zal duidelijk
zijn, waarom.
Mevrouw DEN OUDEN-JANSENAllereerst een op
merking aan het adres van de heer Dek. In de com
missie sociale zaken hebben wij naar ik meen laten
merken dat dit I.B.V. ons zeer ter harte gaat.