1086 29 JUNI 1982 de binnenstad en de nota parkeerbeheer, en met name ook op de recente ruimtelijke ontwikkelingen de bestemmingsplannen voor de binnenstad. Als nu eens het aanwezige materiaal bij elkaar zou wor den gevoegd en als aan de hand daarvan beleids uitgangspunten zouden worden geformuleerd, dan zou er volgens ons op veel kortere termijn veel meer te bereiken zijn. Dit kostbare onderzoek zou dan helemaal niet nodig zijn. Ik herhaal nog eens dat wij het wel noodza kelijk vinden dat er een nieuwe beleidsnotitie over het parkeren komt, maar dat wij het voorge stelde onderzoek onnodig vinden. Het zou zonde van het geld zijn als de raad het hiervoor ge vraagde krediet zou verlenen. De heer TEN WOLDE: Bij elke notitie die in vloed heeft op de parkeercapaciteit en de verde ling daarvan in de binnenstad wil de P.v.d.A. haar parkeerfilosofie "liever geen garages in de binnenstad" benadrukken. De heer VAN DE STEENOVEN: Daar heb ik niets over gezegd! De heer TEN WOLDE: Maar het is wêl de onder liggende gedachte en daar gaat het mij om. Wij zijn van mening dat in de binnenstad een goede parkeervoorziening moet worden gebouwd. Bij het voorgestelde onderzoek gaat het om een her ijking van de nieuwe situatie die door de econo mische ontwikkeling is ontstaan, een ontwikkeling die drie a vier jaar geleden niemand in deze raad heeft kunnen voorzien. Wij hebben er daarom vrede mee dat ons wordt voorgesteld een krediet voor een onderzoek te voteren. Overigens zou ik er nog bij de wethouder op willen aandringen dat men zich beperkt tot een simpel onderzoek. We moeten oppassen voor dubbele tellingen en voor onderzoe kingen die gegevens aan het licht brengen die we al min of meer regelmatig signaleren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1086