29 JUNI 1982
1087
De heer GARRITSENAls dit parkeeronderzoek
hetzelfde karakter zal hebben als de onderzoekin
gen die de afgelopen jaren zijn ingesteld, zal er
opnieuw sprake zijn van een volstrekt "volgend"
beleid. Men gaat dan na hoeveel auto's er naar de
binnenstad toe gaan en hoeveel plaatsen daarvoor
moeten worden gecreëerd. Aan de hand daarvan gaat
men dan, simpel gezegd, vaststellen wat de par-
keerbehoefte is, hoeveel parkeerplaatsen en hoe
veel parkeergarages er moeten komen en waar ze
moeten worden gesitueerd. Ik denk dat we een an
dere werkwijze moeten kiezen. We zullen op poli
tieke gronden moeten vaststellen welk parkeer- en
vervoersbeleid we voor de binnenstad wensen te
voeren. Daarbij zullen we politieke uitgangspun
ten moeten hanteren om duidelijk aan te geven wat
we willen.
In het voorliggende voorstel ontbreekt de
door mij bepleite werkwijze. Er wordt voornamelijk
geconstateerd de heer Ten Wolde wees er al op
dat bepaalde dingen in verband met de sociaal-
economische situatie in feite niet meer haalbaar
zijn. Ik denk dat je niet alleen op die wijze de
ontwikkelingen moet volgen, maar dat je daarin
zelf keuzen moet doen. Het is theoretisch heel
goed mogelijk dat je over drie jaar weer in een
andere situatie zit en dat je dan toch maar weer
meer parkeerplaatsen projecteert of dat ook al
ziet de toekomst er nu niet zo uit parkeerga
rages dan weer rendabeler blijken te zijn, maar
op die manier moet je niet werken. Ik denk dat je
een paar dingen heel duidelijk moet maken.
Als je de leefbaarheid van de binnenstad een
belangrijk gegeven vindt en de woonfunctie wilt
accentueren, zul je het leefmilieu in de binnen
stad moeten verbeteren. Voor de P.S.P. betekent
dit dat veel belang wordt gehecht aan de fiets
routes naar en in de binnenstad en dat ook het
openbaar vervoer een belangrijke plaats krijgt.
Je kunt door bevordering van het fietsverkeer en
het openbaar vervoer sturing geven aan de totale