1094
29 JUNI 1982
verzoekt het college onderstaande uitgangs
punten te hanteren bij het nog uit te voeren
parkeeronderzoek in de binnenstad:
a. het creëren van veiliger fietsrouten naar
en in de binnenstad;
b. stimulering van het openbaar vervoer door
uitbreiding van het lijnennet en verho
ging van de ritfrequentie;
c. parkeergarages situeren indien mogelijk
aan de rand van het singelgebied.
Ik neem aan dat men grosso modo de inhoud
van de motie kent. Mijn excuses dat het kopieer
apparaat kapot is en dat ik nu op deze manier te
werk moet gaan! Daar zijn wij groeistad voorl
Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen
over het parkeeronderzoek in de binnenstad het
volgende. In de commissie heb ik al gemerkt welke
signalen er in de raad te horen zouden zijn. Ik
heb toen gezegd "nou breekt mijn klomp" en die
klomp blijft nog steeds gebroken. Er wordt ge
vraagd om een beleidsmatige visie op het parkeer-
gebeuren in de binnenstad van Breda. Welaan
het is weer open deuren intrappen de 86 bin-
nenstadsbesluitenhet structuurplan voor de bin
nenstad, het verkeerscirculatieplan en de par-
keernota, alle door de raad vastgesteld, vormen
de uitgangspunten voor het beleid. Op basis van
dat beleid zijn wij tegen een probleem aangelopen,
toen de raad zich bezighield met de teruggang van
de parkeergarage bij het Vlaszak van 500 naar 350
en het voorbereidingsbesluit-Achter de Lange Stal
len. Op dat moment is van de kant van de raad, en
met name door de P.v.d.A., gevraagd om een her
ijking van het kwantitatief parkeergebeuren. Ik
weet nog heel goed men kan het in de notulen
zien dat men zich afvroeg of in deze tijd van
economische recessie en dus ander autogebruik de
getallen waarvan we uitgingen nog juist waren.
Het doel van het nu aan de orde zijnde voorstel
is geen ander dan dat een kwantitatief onderzoek
wordt ingesteld ter beantwoording van de vraag of