10 21 JANUARI 1982 De VOORZITTER: Het zal u bekend zijn, mijn heer Dreef, dat een ordevoorstel moet worden on dersteund door drie leden van de gemeenteraad en dat de problematiek pas aan de orde komt wan neer het punt-in-kwestie aan de agenda is toege voegd. Ik vraag dus eerst het oordeel van de raad over de vraag, of men door aanvaarding van het ordevoorstel dit punt aan de agenda wenst toe te voegen. De heer EISSENS: Ik betreur het in hoge mate dat wij hiervan niets wisten. Als wij op de hoog te waren geweest, hadden wij mogelijk steun kunnen geven en hadden wij ons kunnen verdiepen in het onderwerp dat vanavond plotseling als punt aan de agenda zou moeten worden toegevoegd. Hoe veel waarde wij ook aan de goede voorwaarden hech ten, wij vinden dat het, wanneer je je niet be hoorlijk hebt kunnen voorbereiden, moeilijk is er in het openbaar over te gaan discussiëren. Ik zou willen zeggen: alle aandacht voor het punt, maar niet op dit ogenblik. De heer TAKS: In het algemeen zijn wij geen voorstanders van het volgen van de zojuist door de heer Dreef voorgestelde procedure. Bij diverse gelegenheden hebben wij daaraan uitgebreid aan dacht geschonken, waarbij duidelijk zal zijn ge worden dat wij tegen die procedure tamelijk zwaar wegende bezwaren hebben. Toch willen wij in dit geval een uitzondering maken, omdat gezien de spanningen bij de brandweer de afdoening van de brief een spoedeisend karakter heeft. Het inhoude lijke debat zal overigens, lijkt mij, zeer summier moeten zijn. We kunnen niet in bijzonderheden treden en het zal zoals naar ik heb begrepen ook de bedoeling van de heer Dreef is bij en kele opmerkingen moeten blijven. Tegen een der gelijk debat hebben wij geen bezwaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 10