29 JUNI 1982 1105 voorkomt dan de door het college voorgestelde werkwijze. De heer VAN ASSELDONK: Het voorstel heeft onze instemming, het amendement niet, en wel omdat is gebleken dat het grondbedrijf of wie dan ook ik denk dat je daar nu niet over moet steggelen het bedrag voor het onderzoek niet heeft kunnen ophoesten en omdat het goed is dat de dekking wordt gevonden in de sector waar zij thuis hoort: de sector cultuur. De hele stad heeft behoefte aan het behoud van de Pelmolen en het lijkt mij niet goed nu te steggelen over de vraag waar het geld vandaan moet komen. De sector cultuur voert een monumentenbeleid, legt het geld op tafel en is be reid het hiervoor uit te geven. De heer DEK: Wie moet er nu eigenlijk voor zijn eigen onderhoud zorgen? Daar is de V.V.D. toch altijd véór! De heer VAN ASSELDONK: Een prachtige hypothe tische vraag! U moet het leggen bij de functiewet houder die wat cultuur betreft de eerst betrokkene is. Dat is wethouder Sandberg en die zal het op hoesten uit zijn potje. Ook bij de democratisering van het woningbedrijf hebben we het gelegd waar het thuis hoorde. De heer OOMEN: In de commissie hebt u gezegd dat u hebt gestreden voor het amendement en ver loren. Het is niet helemaal conform alle uitspra ken van de heer Van Asseldonk! De VOORZITTER: Mensen, één termijn, heel erg kort! Toch netjes besturen. Er is geen amendement dat is het vervelende want het amendement is wel door vier mensen ondertekend, maar ik zie de naam van ene meneer Paquaij en die heb ik van avond nog niet mogen zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1105