110 21 JANUARI 1982 Naar aanleiding van de vragen van de heer Hendricks zou ik mij kunnen voorstellen dat het persbericht te onduidelijk is. Wat hij veronder stelt is nu juist de basis van het telexbericht. Er zijn omtrent de verdeling twee signalen ge weest op grond waarvan het college zich ongerust heeft gemaakt. Ik noem op de eerste plaats de in het telexbericht genoemde brief van 17 novem ber, gericht aan de directeur-generaal. We waren juist zo ver gekomen dat de directeur-generaal zich bereid had verklaard om, uiteraard ook in het kader van andere dingen, zoals grondexploi tatie, afspraken te maken over meerdere jaren en dat hij ons had uitgenodigd om aan te geven wat wij van plan zijn. Dat was de aanzet tot iets wat je mocht verwachten. Op een volgend moment en daarop doelde de heer Hendricks is het advies van de A.V.W.R.de commissie die zich bezighoudt met de verdeling van de gesubsidieerde woningen, bekend geworden. Wij zagen daar een indicatie in dat het niet goed ging. In dit ver band is verwezen naar de brief van het college van 11 december. Als men vraagt of wij eerder signalen hadden, antwoord ik met "ja". Als men vraagt of wij daarop hebben gereageerd, ant woord ik met "ja". Wij verwijzen in dat verband naar het telexbericht dat we verleden week vrij dagmiddag onmiddellijk hebben verzonden. De be doeling van het telexbericht dit aan het adres van enige vragenstellers is niet meer en niet minder dan naar het motief van de minister te vragen. Daar houdt voorlopig de visie van het college op. Op het ogenblik kunnen wij twee dingen constateren. De eerste constatering houdt in dat Breda in vergelijking met andere groeisteden en groeikernen bijzonder laag scoort. Daarvoor zul len wij graag een motief horen; het verbaast mij in hoge mate. Als ik bijvoorbeeld zie wat aan de andere Brabantse groeistad, Helmond, en aan Zwolle wordt toegewezen, vind ik het voor Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 110