26 AUGUSTUS 1982 1137 behandeld en de problemen spelen al zo lang, dat het desbetreffende voorstel vanavond aan de orde dient te komen. Wethouder VAN DUN: Ik vind het jammer als goede zaken op een gegeven ogenblik in ordevoor stellen ten onder gaan. Er zijn nu mensen die zich emotioneel opwinden en die zeggen dat zij het per se eens of per se niet eens zijn, maar ik vraag begrip voor de gang van zaken. Het oorspronkelijke voorstel is vandaag precies twee weken geleden in de commissie openbare werken behandeld. Bij die behandeling is door de commissie aangedrongen op het aanbrengen van drie indringende tekstuele wij zigingen in het voorstel. Ik heb toen een toezeg ging gedaan, inhoudende dat ik bereid was die wij zigingen over te nemen. Aangezien ook ambtenaren net als raadsleden moeten leven, moeten stukken voor het college op de donderdag, vooraf gaande aan de collegevergaderingworden aangebo den. Deze regel is de raad bekend. Ik vermag niet in te zien hoe een twee weken geleden in de com missie openbare werken gevoerde discussie op die zelfde donderdag nog in een stuk voor het college verwerkt kan zijn. Dat kan gewoon niet. Er is op een normale wijze gehandeld, in overeenstemming met gedane toezeggingen, doordat verleden week donderdag het stuk aan het college is aangeboden, waarna het college afgelopen dinsdag, dus eergis teren, conform de voorstellen van de commissie openbare werken heeft besloten. Als wij op dins dagochtend een besluit nemen dit is overigens een zaak van de burgemeester en de gemeentesecre taris kan men niet verwachten dat men het re sultaat van dat besluit op reguliere wijze voor de raadsvergadering vain de daarop volgende donderdag thuis bezorgd krijgt. Tegen deze achtergrond vind ik het voorstel van mevrouw Van Rooij alleszins acceptabel. Het lijkt mij goed dat men eerst eens in alle rust naar het gewijzigde voorstel kijkt en dat het vervolgens aanstaande dinsdag in alle rust

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1137