1144 26 AUGUSTUS 1982 recht van de burger om zich vrij en onbedreigd te bewegen te garanderen? 3. Was voor de door het A.F.F. gehouden demonstra tie voldaan aan de kennisgevingsplicht als be doeld in artikel 10 van de A.P.V.? Zo neen, waarom is dan niet opgetreden wegens het houden van een verboden demonstratie? 4Bent U bereid te bevorderendat in geval in de toekomst weer soortgelijke acties als op 8 mei j.l. mochten worden gevoerd ter belemmering van een vrije openbaarmaking van gedachten en ge voelens middels op de Grote Markt geplaatste informatiestands, de politie doeltreffend op treedt om een ongestoorde gang van zaken te waarborgen? ANTWOORD Ad 1. In onze rechtsorde dienen burgers het recht op vrije meningsuiting van medeburgers te respecte ren, hoezeer hun maatschappelijke en politieke op vattingen ook uiteen lopen. De beantwoording van de vraag of een bepaalde me ningsuiting toelaatbaar is is ter competentie van de overheid. Uit de adviezen moet ik concluderen, dat een groep van plus minus 40 personen - onder de naam A.F.F. (Anti Fascistisch Front) - voorbijgangers belem merd heeft een door het O.S.L. en het C.J.N. inge richte informatiestand te bezoeken. Naar mijn oor deel is een dergelijke belemmering - waaruit een zekere mate van onverdraagzaamheid blijkt - ern stig te betreuren. Het recht op vrije meningsui ting wordt daarmee aangetast. Ad 2. De dienstdoende politiefunctionarissen dienden het onbelemmerd kunnen functioneren van de in de stand werkzame mensen en de mogelijke gevolgen van een optreden tegen elkaar af te wegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1144