1148
26 AUGUSTUS 1982
onderduiken. Twee kinderen werden op 26 april 1982
in Amsterdam aangehouden en nog diezelfde dag naar
Breda overgebracht. Deze kinderen werden in een
observatieruimte op het politiebureau ondergebracht
en reeds op 28 april 1982 naar Suriname overge
vlogen
Ad 3
Naar de burgemeester ons heeft medegedeeld hebben
de kinderen in Breda op het bureau een goede ver
zorging gehad.
Het in de krantenberichten gestelde moet derhalve
met klem worden tegengesproken. De aldaar genoemde
zuster heeft zich, alhoewel vanaf maandag van de
aanhouding op de hoogte, eerste woensdag om onge
veer 13.00 uur tot de Vreemdelingendienst gewend
met het verzoek de kinderen te mogen spreken. Dit
verzoek is ingewilligd. De eveneens in het kran
tenbericht genoemde maatschappelijk werkster heeft
zich overigens nimmer tot de politie gewend.
VRAAG (gesteld d.d. 11-5-1982 ing. art. 48, 2e
lid, R.v.O.)
De heer Taks
1. Bent U bereid in alle gevallen, waarin de iden
titeit van degene die clandestien heeft aange
plakt of beklad, dan wel van diens opdrachtge
ver kan worden vastgesteld, gebruik te maken
van Uw bovenbedoelde bevoegdheid tot het doen
van een aanschrijving tot verwijdering?
2. Bent U bereid de op gemeentelijke eigendommen
aangebrachte leuzen, symbolen en aanplakbiljet
ten met nog grotere voortvarendheid dan reeds
te doen gebruikelijk, te doen verwijderen?
3. Bent U bereid voor wat betreft de verwijdering
van op niet-gemeentelijke openbare en particu
liere eigendommen aangebrachte leuzen, symbolen
en aanplakbiljetten de eigenaren of beheerders
op hun verantwoordelijkheid te wijzen en in
voorkomend geval de nodige assistentie te doen