26 AUGUSTUS 1982 1159 woningwetsector onevenredig zwaar wordt getroffen. Op alle niveaus zijn we in het geweer gekomen: de raad, het college en de politieke partijen. Ik herinner mij dat het C.D.A. zelfs telegrammen stuurde naar de minister, de Tweede Kamercommissie en de commissie openbare werken van provinciale staten. Tot nu toe heeft dat naar mijn weten niet mogen baten. Een bijkomende factor is dat Breda op deze manier zijn groeistadsfunctie in genen dele kan waarmaken. Wij weten dat het college met de bestuurders van andere groeisteden een gezamenlij ke aanpak van deze problematiek op touw aan het zetten is. Kan het college ons daarover de laat ste informatie verschaffen? Wij hopen dat Breda bij de herverdelingsmogelijkheid in oktober van dit jaar toch nog iets uit het vuur kan slepen, mede omdat wij uit de notitie opmaken dat er vol doende "panklare" plannen gereed liggen. Wij hebben er oog voor dat er bij een depar tement dat voortdurend nieuwe en onverwachte eisen op het gebied van stichtingskosten en woninggroot te steltvoor een lokale overheid niets anders op zit dan daarop zo soepel en adequaat mogelijk in te spelen. Is de Bredase stuurgroep knelpunten woningbouw voldoende geëquipeerd om al deze moei lijkheden, verband houdende met alle oekazes die van bovenaf op ons neer komen dwarrelen, op te vangen? Ik vind het juist dat het college nog wacht met een veranderende opstelling ten opzichte van de situering van de H.A.T.-eenheden. Ons uitgangs punt tot nu toe is immers dat een goede wijkop- bouw vergt dat alle categorieën inwoners vertegen woordigd zijn. De heer CRUL: Onze fractie vindt het een goede zaak dat de toezegging tot het uitbrengen van een periodiek verslag over de stand van zaken bij de bouwactiviteiten hier voor de eerste keer wordt nagekomen. Uit de notitie blijkt dat we voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1159