1166
26 AUGUSTUS 1982
de minister gewend. Daarover is correspondentie
gevoerd. De resultaten zijn niet zoals wij ze
graag zouden zien. Gisteren is een uitnodiging
binnengekomen van de minister aan de groeisteden
om op 6 oktober om half tien met hem over dit pro
bleem te komen praten. Waarom deze datum is geko
zen, is mij niet erg duidelijk. Het tempo zit erin
maar ik denk dat het beleid op rijksniveau al lang
is vastgesteld en dat wij er slechts marginaal
iets aan kunnen veranderen. Overigens ben ik het
ermee eens dat, als wij in het kader van onze
groeistadstaak op het gebied van de grondexploita
tie risico's lopen en een opdracht van het rijk
hebben, dit zelfde rijk, zij het via een andere
tak van het departement, ons het uitvoeren van die
opdracht ook mogelijk moet maken.
Mevrouw Van Rooij en de heer Van Asseldonk
hebben vragen gesteld over de herverdeling van
overgebleven contingenten per 1 oktober. In con
tacten met het departement en de h.i.-d. is mij
persoonlijk duidelijk geworden dat wij ons daarvan
niets moeten voorstellen. Wij hebben steeds ge
hoopt de nota is al weer een tijd geleden ge
schreven dat bepaalde steden hun taak niet zou
den kunnen waarmaken en dat er dan contingenten
zouden overblijven die voor herverdeling in aan
merking zouden komen. Administratief blijken alle
contingenten "belegd" en ik verwacht op dit punt
dan ook in principe helemaal niets. In dat opzicht
heeft mevrouw Van Rooij natuurlijk straalgelijk
als zij zegt: de lokale overheid krijgt taken toe
bedeeld, maar wat zeg je als je juist bij de con-
tingentering helemaal aan de leiband van de rijks
overheid loopt, die op haar beurt een bezuinigings
taak heeft, maar die in haar programma op langere
termijn niet altijd duidelijk is? Daar gaat het
om. Als wij praten over de nota volkshuisvesting,
als wij praten over de volkshuisvestingsproblema-
tiek, als wij praten over meerjarenprogramma's,
dan is het zo verdomde jammer dat het ons nooit is
gelukt deze minister, de vorige minister of de